1. Doelen
1.1. De leerlingen kunnen aan het einde van mijn thematisch ontwerp beter samenwerken.
1.2. De leerlingen doen ervaring op met verschillende computervaardigheden.
1.3. De leerlingen passen eerder aangeboden technieken toe binnen de kunstzinnige vakken.
1.4. De leerlingen leren elkaar feedback geven en worden hier steeds competenter in.
2. Differentiatie/ afstemmen
2.1. Een aantal kinderen is erg vaardig op computergebied. Deze leerlingen ga ik extra uitdagen door een nieuw programma aan te bieden. De zwakkere leerlingen gaan voornamelijk aan de slag met gemakkelijkere computervaardigheden.
2.2. Tijdens de kunstzinnige vakken mogen de kinderen zelf materialen uitkiezen. Elk kind kan een techniek/ materiaal uitzoeken waar hij of zij goed in is.
2.3. De leerlingen kunnen tijdens het thematisch werken zelf keuzes maken. Hierbij houd ik rekening met verschillende niveaus, interesses, talenten en opgedane kennis.
2.4. Als de leerlingen klaar zijn, mogen ze elkaar helpen of een nieuwe/ verdiepende activiteit uitkiezen.
3. Didactieken
3.1. Werkvormen
3.1.1. Samenwerken
3.1.2. Zelstandig werken
3.1.3. Coöperatieve werkvorm
3.1.4. Kringgesprek
3.2. Organisatie
3.2.1. Ruimte
3.2.1.1. Naast ons eigen klaslokaal hebben we ook een stiltelokaal. Dit lokaal is meestal vrij. Een aantal kinderen kan van deze ruimte gebruik maken.
3.2.2. Tijd
3.2.3. Afspraken
3.2.4. Middelen
3.2.4.1. ICT
3.2.4.2. Handvaardigheidmateriaal
3.2.4.3. Technisch materiaal
4. Begrippen
4.1. Monarchie
4.1.1. Regeringsvorm
4.1.2. Republiek
4.1.3. Rechtvaardigheid
4.2. Keizer
4.2.1. Vorstelijke titel
4.2.2. Rijkskroon
4.2.3. Keizers buiten Europa
4.3. Grondwet
4.3.1. Staatsrecht
4.3.2. Democratie
4.3.3. Vrijheid van meningsuiting
4.3.4. Referendum
4.4. Kroon
4.4.1. Hoofddeksel
4.4.2. Kroonbezit
4.4.3. Symbool als ereteken
4.5. Koninkrijken
4.5.1. Drie Koninkrijken
4.5.2. De middeleeuwen
5. Vaardigheden
5.1. Computervaardigheden
5.1.1. Excel
5.1.2. Word
5.1.3. Paint
5.1.4. Programma's om huizen te bouwen (onder andere via Kinderplein
5.2. Technische vaardigheden
5.2.1. Bouwen met kranten
5.2.2. Bouwen met lego
5.2.3. Werken met Oost-Indische inkt
5.2.4. Werken met ecoline
5.2.5. Werken met wasco
5.2.6. Schilderen
5.3. Sociaal-emotionele vaardigheden
5.3.1. Samenwerken
5.3.2. Elkaar helpen en begeleiden
5.3.3. Elkaar feedback geven