1. motieven
1.1. problemen
1.1.1. Coco heeft veel problemen
1.1.1.1. te veel eten
1.1.1.2. te veel alcohol drinken
1.1.1.3. geen goedlopende relatie met haar vriend en haar moeder
1.1.2. Elisabeth heeft ook problemen
1.1.2.1. ze heeft ongeneeslijke kanker
1.1.2.2. slechte band met haar dochter en haar ex-man
2. thema
2.1. moeder-dochter relatie
2.1.1. wonen in dezelfde stad
2.1.2. praten niet veel met elkaar
2.1.3. slechte band
2.1.4. Coco trekt bij haar moeder in
3. ruimte
3.1. Amsterdam
3.1.1. huis van de ouders van Coco
3.1.2. kroegen
3.1.2.1. centrum van Amsterdam
4. einde
4.1. open eind
4.1.1. ze wilt op het eind door het serreraam springen en twijfelt nog even en ze zegt dat e vaart moet maken en voordat ze wilt springen stopt de zin en is het boek afgelopen dus je weet niet hoe het afloopt
5. tijd
5.1. vertel tijd
5.1.1. 187 pagina's
5.2. vertelde tijd
5.2.1. paar maanden
5.2.1.1. chronologisch vertelt
5.2.1.2. veel kleine flasback's
6. spanning
6.1. komen dialogen in voor waardoor het gesprek nog realistischer lijkt en je er nog beter in kan inleven
7. personages
7.1. Coco
7.1.1. 23 jaar
7.1.2. drinkt veel alcohol
7.1.3. dik (eet veel)
7.1.4. slechte thuis situatie
7.1.4.1. moeder (Elisabeth)
7.2. Elisabeth
7.2.1. moeder van Coco
7.2.1.1. slechte band
7.2.2. ongeneeslijk ziek
7.2.3. overleden
7.3. Hans
7.3.1. vriend van Coco
7.3.1.1. veel ouder
7.3.2. therapeut
7.4. Wilbert
7.4.1. vader van Coco
7.4.2. gescheiden met Elisabeth
7.4.2.1. nieuwe vrouw (mirjam)
7.4.3. zorgzaam
7.4.4. dronk veel alcohol
8. perspectief
8.1. ik perspectief
8.1.1. Elisabeth
8.1.2. Coco