Dit is anders in Nederland
por elke das
1. Feesten
2. Fietsen
3. Zwemmen
3.1. Wie kan zwemmen? Iedereen!
3.2. Waar ga je zwemmen? In een zwembad, in een rivier of in zee. Zwembroek aan.
3.3. Wanneer? Buiten zwemmen kan alleen in de zomer. 's Winters gaan we zwemmen in een overdekt zwembad.
3.4. Hoe leer je zwemmen? Er is zwemles in een zwembad. Gewoon opgeven en zwemmen!
3.5. Waarom is zwemmen zo belangrijk voor Nederlanders? Nou, er is in Nederland gewoon heel veel water. Als je erin valt, moet je jezelf kunnen redden.
4. School
5. Eten
5.1. Wat eten Nederlanders?
5.1.1. stamppot
5.1.2. snert
5.1.3. drop
5.1.4. stroopwafels
5.1.5. hagelslag
5.2. Wanneer eten Nederlanders?
5.2.1. wat eten ze 's ochtends
5.2.2. wat eten ze 's middags
5.2.3. wat eten ze 's avonds
5.3. Waar eten Nederlanders?
5.3.1. Als je uit eten gaat, dan zijn dit de goeie eetplekken
5.3.1.1. chinees: altijd lekker, bestel nasi en babi pangang, da's rijst met varkensvlees in zoete saus. JUM!
5.3.1.2. friettent: vet, maar lekker. Nog lekkerder met mayonaise en currysaus. Doen!